Erfgoedbeheer

Indicatoren

Beheersplannen

Archeologisch onderzoek

Onroerenderfgoedrichtplannen

Handhaving

Welke data?

Dit thema bevat indicatoren over het beheer en de zorg voor onroerend erfgoed.

Een aantal indicatoren handelt over het beheersplan als instrument dat een langetermijnvisie voor onroerende goederen uittekent.

Een tweede groep indicatoren behandelt diverse aspecten van het archeologisch onderzoek in Vlaanderen.

De zorg voor onroerend erfgoed betekent ook een controle op de naleving van de regelgeving. De regelgeving voorziet verschillende instrumenten van bestuurlijke en gerechtelijke handhaving.

Beheersplannen

Om de beheersdoelstellingen die in een beschermingsbesluit staan opgesomd, te verwezenlijken kan voor alle beschermd onroerend erfgoed, inclusief een erfgoedlandschap, of een deel ervan dat een op zichzelf staand geheel vormt, een beheersplan worden opgemaakt. Het beheersplan geïntroduceerd in het Onroerenderfgoeddecreet vervangt het herwaarderingsplan uit het Monumentendecreet en het landschapsbeheersplan uit het Landschapsdecreet. De herwaarderingsplannen en landschapsbeheersplannen blijven wel geldig tot de afloop van hun geldigheidsduur.

Het Onroerenderfgoeddecreet laat zakelijkrechthouders vrij om een beheersplan op te maken voor hun beschermd onroerend erfgoed. Wel kan het voor bepaalde onroerende goederen worden verplicht om een beheersplan op te maken om in aanmerking te komen voor een erfgoedpremie. Voor kerken geldt bijvoorbeeld een bijkomende verplichting, namelijk het opstellen van een kerkenbeleidsplan.

Het beheersplan kan, maar moet niet de volledige bescherming van onroerend erfgoed bevatten. Het kan ook voor een deel van een bescherming of voor verschillende beschermingsstatuten ineen. Zo kan een beheersplan voor een beschermd stads- en dorpsgezicht ook een beschermd monument bevatten dat binnen dit stads- of dorpsgezicht gelegen is.

Zakelijkrechthouders kunnen zelf beheersdoelstellingen formuleren in hun beheersplan, los van de beheersdoelstelling van het beschermingsbesluit.

Het Onroerenderfgoeddecreet stimuleert beheersplanning via financiële stimuli zoals de onderzoekspremie of het vrijstellen van toelatingsaanvragen. Handelingen of werkzaamheden die werden opgenomen in een goedgekeurd beheersplan en er expliciet in zijn vrijgesteld, vereisen geen bijkomende toelating meer.

Archeologisch onderzoek

Wie werkzaamheden met een ingreep in de bodem wenst uit te voeren waarvoor een omgevingsvergunning vereist is, is mogelijk verplicht om voorafgaand een archeologisch onderzoek te laten uitvoeren.

De indicatoren behandelen diverse aspecten van het archeologisch traject in Vlaanderen, gaande van archeologienota’s tot opgravingen en eindverslagen.

Op volgende pagina kan u een introductie vinden van de diverse aspecten en procedures van het archeologisch traject.

Onroerenderfgoedrichtplannen

Het Onroerenderfgoeddecreet introduceerde het onroerenderfgoedrichtplan als een nieuw instrument voor een strategisch en tegelijk uitvoeringsgericht onroerenderfgoedbeleid. Essentieel in de totstandkoming van onroerenderfgoedrichtplannen zijn de brede samenwerking met andere sectoren en besturen, de participatie van de lokale actoren, de uitvoeringsgerichtheid en de eventuele inzet van beleidsinstrumenten uit andere beleidsvelden.

De Vlaamse regering keurt een onroerenderfgoedrichtplan goed. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen onroerenderfgoedrichtplannen per thema en onroerenderfgoedrichtplannen per gebied. Beide plannen ontwikkelen een visie op maat ofwel voor een welbepaald thema, bijvoorbeeld religieus patrimonium, ofwel op maat van een afgebakend geografisch gebied, bijvoorbeeld een riviervallei. Een onroerenderfgoedrichtplan stimuleert een geïntegreerde benadering bij de ontwikkeling van het onroerend erfgoed om in samenwerking met andere sectoren en bestuursniveaus verschillende doelstellingen te formuleren en te realiseren. Via een aan het onroerenderfgoedrichtplan gekoppeld actieprogramma kan uitvoering worden gegeven aan de visie.

Een actieprogramma onroerend erfgoed somt de instrumenten en middelen op die ter beschikking staan van de administratieve overheden en die vanuit onroerenderfgoedoogpunt nuttig of noodzakelijk zijn om de toekomstvisie, aandachtspunten en beheersdoelstellingen uit het onroerenderfgoedrichtplan te verwezenlijken.

Onroerenderfgoedrichtplannen vervangen de ankerplaatsen als instrument om, voortbouwend op de beginselen vastgelegd in het Europees Landschapsverdrag uit 2000, een transversaal en meer participatief landschapsbeleid vorm te geven. Ze worden opgemaakt op basis van gegevens die zijn opgenomen in een of meerdere vastgestelde inventarissen onroerend erfgoed.

In een latere fase kan een onroerenderfgoedrichtplan geheel of gedeeltelijk worden vertaald in een erfgoedlandschap, dat wordt afgebakend in een RUP.

Handhaving

De specifieke handhaving van de regelgeving omtrent onroerend erfgoed valt uiteen in twee verschillende vormen: