Erfgoedfinanciering

Indicatoren

Welke data?

Dit thema bevat indicatoren over de financiering van de onroerenderfgoedzorg. De Vlaamse overheid voorziet een complementair stelsel van premies, subsidies en fiscale stimuli om het behoud of herstel van erfgoedelementen te ondersteunen.

In de eerste plaats biedt de indicator ‘verdeling budgetten premies en subsidies’ een globaal overzicht van de verdeling van de middelen van de Vlaamse overheid voor de onroerenderfgoedzorg.

Het gedeelte ‘erfgoedpremies’ bevat alle indicatoren over de verschillende premies die de Vlaamse overheid voorziet ter ondersteuning van werkzaamheden aan onroerend erfgoed.

Het onderdeel ‘subsidies’ bevat indicatoren over de diverse middelen die de Vlaamse overheid reserveert ter ondersteuning van diverse partners in de Vlaamse onroerenderfgoedzorg.

Het onderdeel ‘fiscaliteit’ bevat indicatoren over alternatieve fiscale stimulansen van de Vlaamse overheid ter ondersteuning van werkzaamheden aan onroerend erfgoed.

Vastleggingskredieten

Het agentschap Onroerend Erfgoed ontvangt jaarlijks middelen om zijn taken te kunnen uitvoeren. De middelen voor deze taken bepaalt de Vlaamse regering in de begroting.

In de beleidsmonitoring werken we met toegekende premies of subsidies en vastgelegde kredieten in euro voor deze premies of subsidies.

Dit wil zeggen dat de indicatoren op het einde van elk jaar het aantal toegekende premies of subsidies tellen. Dit zijn premies of subsidies waarvan de premienemer officieel op de hoogte is gebracht dat zijn premie is vastgelegd in de begroting en er VAK is voorzien dat kan worden uitbetaald.

Het bedrag dat deze toegekende premies vertegenwoordigen meten de financiële indicatoren via reservaties (vastleggingskredieten of VAK) op de begroting. Hiermee kan de minister bevoegd voor onroerend erfgoed in het komende jaar verbintenissen voor premies of subsidies aangaan.

Dit mag niet verward worden met vereffeningskredieten (VEK). Omdat de vereffeningskredieten van een bepaald jaar uitbetaalde saldi zijn voor verbintenissen die mogelijk meerdere jaren voordien werden aangegaan, zijn deze moeilijker te koppelen aan een begroting van één jaar (in tegenstelling tot een vastleggingskrediet dat een raming is van budget dat de overheid ter beschikking stelt voor één jaar).