Het agentschap Onroerend Erfgoed kan de erkenning van een of schorsen als hij:
Het Onroerenderfgoeddecreet, Onroerenderfgoedbesluit of de niet naleeft;
niet meer voldoet aan de erkenningsvoorwaarden;
de voorwaarden voor de opvolging van de aanduiding, niet naleeft.
Voor een erkend archeoloog gelden nog twee bijkomende redenen om zijn aanduiding tot erkenning te schorsen. Als hij:
onvoldoende toezicht houdt op de uitvoering van het ;
bij een vonnis of arrest veroordeeld is voor een misdrijf dat door de aard ervan zijn beroepsethiek als erkend archeoloog aantast.
De erkende archeoloog of metaaldetectorist kan reageren tegen de schorsing en daarbij gebruikmaken van onder meer een hoorrecht. Tijdens de schorsingsperiode kan hij schriftelijk aangeven welke acties hij zal ondernemen of heeft ondernomen om terug tegemoet te komen aan de erkenningsvoorwaarden.
Hierna kan het agentschap beslissen om de schorsing op te heffen of om de erkenning definitief in te trekken. Bij een erkend archeoloog kan het agentschap de schorsing ook verlengen met maximaal 120 dagen voor de uitvoering van remediërende maatregelen. Een archeoloog of metaaldetectorist kan ook zelf beslissen om zijn aanduiding tot erkenning te laten intrekken, bijvoorbeeld wanneer hij zijn activiteiten stopzet.
De indicator meet het aantal ingezette schorsingen van erkenningen als archeoloog of metaaldetectorist en het aantal van deze schorsingen dat tot een intrekking van de erkenning heeft geleid.
Code van goede praktijk voor de uitvoering van en rapportering over archeologisch vooronderzoek en archeologische opgravingen en het gebruik van metaaldetectoren