Onder zachte vallen bestuurlijke instrumenten zoals de en de .
Een heeft een preventieve functie, namelijk het voorkomen van misdrijven of inbreuken. Het advies in de raadgeving wordt op maat geformuleerd en beschrijft onder andere mogelijke initiatieven die de eigenaar kan nemen, of er een kan worden bekomen en welke procedures eventueel moeten worden doorlopen. Raadgevingen hebben een belangrijke signaalfunctie voor de ontvanger.
Een veronderstelt dat een inbreuk of misdrijf op het Onroerenderfgoeddecreet reeds is aangevangen of is gepleegd. Ze geldt als een overheidsbevel dat niet rechtstreeks afdwingbaar is maar wel is gericht aan de vermoedelijke overtreder en eventuele andere betrokkenen. De aanmaning is erop gericht om het misdrijf of de inbreuk snel te beëindigen of de schadelijke gevolgen ervan te herstellen. Alle betrokkenen worden ervan op de hoogte gesteld.
Een tweede is voor de overtreder de laatste kans om in overleg met het agentschap te werken aan het herstel van de erfgoedwaarden. Wanneer de aanmaning niet wordt nageleefd, zelfs niet na het versturen van een tweede aanmaning is de aanmaner verplicht om een aangifte van de inbreuk of het misdrijf in te dienen bij een inspecteur Onroerend Erfgoed. Deze kan dan een traject van zogenaamde ‘harde’ handhaving opstarten.
De indicator telt op het einde van elk jaar het aantal verstuurde raadgevingen, aanmaningen en tweede aanmaningen.